Neusspraak

Bij neusspraak worden klanken teveel of juist te weinig door de neus uitgesproken. In de spraak worden de meeste klanken door de mond gevormd, alleen bij de /m/, /n/ en /ng/ wordt de lucht door de neus gestuurd. Wanneer de klanken verkeerd gevormd worden klinkt de spraak ‘neuzig’ of juist ‘verstopt’.

Open neusspraak

Bij deze vorm van spraak ontsnapt er teveel lucht via de neus in plaats van door de mond. Klanken waarbij de luchtstroom normaal gesproken via de mond gaat (b.v. /s/), worden nu door de neus gevormd. Dit kan de verstaanbaarheid erg beïnvloeden. De oorzaak kan een aangeboren lip-, kaak- en/of gehemeltespleet zijn. Soms kan het verwijderen van de neusamandelen ook invloed hebben op de spraak. Je kind moet na het verwijderen van de neusamandelen wennen aan de juiste luchtstroom.

Gesloten neusspraak

Klanken waarbij de luchtstroom normaal via de neus gaat kunnen nu niet door de neus gevormd worden. De spraak klinkt verstopt. Probeer maar eens je neus dicht te knijpen en de volgende zin te zeggen: ‘mijn neus is dicht’. Dat klinkt als ‘be deus is dicht’. Een scheef neustussenschot, neuspoliepen, een vergrote neusamandel of gezwollen neusslijmvliezen kunnen een oorzaak zijn.

Gemengde neusspraak

Een combinatie van open- en gesloten neusspraak is ook mogelijk. De luchtstroom tijdens spreken wordt wisselend teveel of te weinig door de neus gevormd.